NIEUWSBRIEF
'MGR. SCHRAVEN EN GEZELLEN'
jaargang 6 nummer 25, september 2013
Uitgave van de 'Mgr. Schraven Stichting'

terug naar inhoudsopgave

DE BLADEREN HIELDEN DE ADEM IN

Enige tijd geleden verscheen in Hong Kong bijgaand verhaal in een krant.
In het gastenverblijf van de Trappistenabdij in Hong Kong gaf Zhang me een hand, een echte vertegenwoordiger van China's welvaart. Een te strak aangetrokken broekriem deelde zijn dikke buik in twee delen en verder een bijna vierkant hoofd met grote spleetogen op een wat korte nek. Samen met zijn vrouw is hij overgekomen uit Peking voor een lang weekeinde in dit klooster.


Het gastenhuis van de Trappistenabdij in Hong Kong


Een grote taalbarriere staat tussen ons in. Bij onze kennismaking begrijp ik uit zijn gebaren de vraag uit welk land ik kom, maar Holland zegt hem niks. Na een dag vriendelijkheid over en weer zie ik mijn kans schoon. Hij leest aandachtig in het Chinese boek over de 33 martelaren van de Trappistenabdij Yang kia Ping in China, vermoord door de communisten. Een van die martelaren is pater Aelred Drost uit Amsterdam (ingetreden in de abdij van Tilburg) en dus uit Holland! Laat ik toevallig het net in Amerika verschenen boek over deze martelaren mét de afbeeldingen en korte levensbeschrijving van alle martelaren bij me hebben. Dé kans hem duidelijk te maken uit welk land ik kom. Snel zoek ik pater Aelred op, die op 35 jarige leeftijd tijdens een zware martelgang, opgelegd door de commisten bezweek. We zoeken samen de passage over pater Aelred op in zijn Chinese boek. Opnieuw een communicatiestoornis als hij me duidelijk maakt te denken dat ik familie van deze Aelred ben. Zijn vrouw komt bij ons staan en maakt een wanhopig gebaar met haar armen in de lucht en tranen in haar ogen. Het komt niet over dat ik onjuist verstaan ben. Dan begint Zhang ijverig door het Chinese boek te bladeren en toont me de foto van pater Serafim en maakt me duidelijk dat zij familie van elkaar zijn.

Hoe mijn communicatiefout te herstellen? Ik haal het stripboek over bisschop Frans Schraven en zijn gezellen erbij en toon hem de afbeelding van mijn oudoom en in gebarentaal slaag ik erin duidelijk te maken dat deze bisschop-martelaar wél familie van mij is. We blijken eenzelfde soort geschiedenis te hebben met martelaren in China. Zhangs gezicht bloeit open nu hij het begrijpt. De hele dag zie ik hem in het boek lezen. Zelfs meerder exemplaren blijkt hij gekocht te hebben. Ik kan het niet nalaten te lezen hoe zijn oom Serafim in 1947 de marteldood gestorven is.

De dodenmars

Tien jaar na de moord op bisschop Frans Schraven door de Japanners dringen de communisten in 1947 de abdij van Yang kia Ping in Noord China binnen en organiseren een volkstribunaal waar 1000 dorpelingen uit de omgeving aan moeten deelnemen. Pater Serafim (38 jaar) moet het speciaal ontgelden en wordt als eerste beschuldigd. Twee uur lang volgen de aantijgingen gecombineerd met voortdurende slagen. Hij blijft onwankelbaar alle beschuldigingen afwijzen: ‚Ik ben onschuldig'. Uiteindelijk wordt hij met alle andere 75 kloosterlingen ter dood veroordeeld vanwege hun ‚uitbuiting van het volk'. Tijdens de 3 maanden durende lange dodenmars door de hoge bergen over onmogelijk smalle bergpaden in winterse kou, wordt met name pater Serafim apart genomen en wekenlang opnieuw ondervraagd en met knuppels geslagen. Terug bij de anderen komt er geen klacht over zijn lippen, terwijl zijn lichaam urenlang schokt van de pijn. De beschuldigingen en de wreedheid van de communisten nemen steeds meer toe. Men bindt eerst zijn duimen met draad op zijn rug bijeen en daarna zijn grote tenen. Vervolgens trekt men een strakke draad van de duimen naar de tenen en wél zo strak aangespannen dat Serafim niet kan staan en alleen maar kan knielen of op zijn zij liggen. Tot het laatst toe is de haat jegens hem fel tot hij uiteindelijk de marteldood sterft. Hoe ze hem doden? Languit liggend op de grond moet hij zijn hoofd op een steen leggen en wordt zijn schedel met een grote puntige steen vermorzeld. Ze snijden zijn hoofd af en werpen het lichaam in een kloof.

Kruiswegstatie bij de Trappisten in Hong Kong
Kruiswegstatie bij de Trappisten in Hong Kong

Met andere ogen

Diep aangeslagen door dit gruwelijke verhaal bekijk ik Zhang met andere ogen. Hij zoekt mijn gezelschap op en we ontdekken gemeenschappelijk taal te hebben in gregoriaanse gezangen. Van harte zingen we samen het introitus van kerstmis en…we verstaan elkaar door ons gemeenschappelijk geloof ondanks de taalbarriere.
‚Pater Serafim is niet de enige oom van Zhang die in China als martelaar gestorven is', maakt een monnik me duidelijk. Een andere oom, pater Vincent, sterft na de vlucht uit het Trappistenklooster, dat vlakbij de missie van bisschop Schraven gelegen is. Hij vlucht naar het zuiden van China waar het nog veilig is, totdat ook daar de communisten binnen dringen. Pater Vincent is op dat moment de onderoverste van de gevluchte monniken. Ook pater Vincent moet in 1952 voor het volkstribunaal verschijnen en wordt gedwongen zijn geloof af te zweren. Op zijn weigeringen volgen wrede folteringen en slagen op zijn hoofd. Uiteindelijk sterft hij na vijf maanden in de gevangenis aan de verwondingen en totale uitputting. Als een martelaar wordt hij door de gelovigen uit de buurt begraven.
Ineens dringt het tot me door wat Zhang hier komt doen helemaal uit Peking. Hij brengt een bezoek aan de reliek van zijn oom Vincent die hier bewaard wordt.
Ik realiseer me ook hoezeer de marteldood van bisschop Frans Schraven door de Japanners in 1937 totaal verschilt van deze gruwelijke martelgang van deze twee ooms van Zhang, vermoord door de communisten. Frans Schraven werd met zijn gezellen met petroleum overgoten en in brand gestoken en zo vrij snel uit zijn lijden verlost. Hoe gruwelijk lang heeft deze lijdensweg van beide ooms van Zhang niet geduurd…maandenlang. Bisschop Schraven wordt vermoord vanwege zijn bescherming van Chinese vrouwen, terwijl beide ooms van Zhang beschouwd worden als ‚uitbuiters van het Chinese volk'.

Afscheid

Zhangs vrouw geeft me een hand bij hun vertrek en maakt een sierlijke chinese buiging voor me. Iemand vertaalt wat ze zegt: ‚De hemel heeft ons bijeen gebracht'. Ik krijg een brok in mijn keel als ik het hoor. Zhang zelf staat voor het gastenhuis te wachten op de ‚taxi' van de Trappisten om hem naar de boot voor de oversteek naar Hong Kong te brengen voor de terugkeer naar Peking.


De boot naar Hong Kong


Als hij me ziet zet hij de gregoriaanse gezangen van Pasen in. We zingen allebei uit volle borst ten afscheid. We sluiten af met het ‚In paradisum', het lied ten uitgeleide voor een overledene. Met emotionele stem zingen we samen in de ochtendzon. We weten allebei wat we zingen:..'mogen de martelaren je verwelkomen bij aankomst in het paradijs..' We weten over wie we het hebben. We voelen ons met onze eigen martelaren verbonden. De taalbarrière voorbij, verstaan we elkaar op een dieper niveau. Terwijl we elkaar tijdens het zingen aankijken, zie ik het heel duidelijk vanuit een ooghoek: De bladeren hielden hun adem in. v.h.