NIEUWSBRIEF
'MGR. SCHRAVEN EN GEZELLEN'
jaargang 8 nummer 38, juli 2015
Uitgave van de 'Mgr. Schraven Stichting'

terug naar inhoudsopgave

Japan en de 'troostmeisjes' in China

Wie de moord op bisschop Schraven ter sprake brengt, spreekt meteen ook over de zgn. 'troostmeisjes' die het Japanse leger van hem opeiste. Dat leverde onlangs van een toehoorder het commentaar op: "'troostmeisjes' klinkt zo lief en aardig. De Chinese vrouwen waren gewoon 'oorlogsbuit' waar Japanse soldaten recht op meenden te hebben. Het was gewoon 'vrouwenroof'. Dat is de harde werkelijkheid". Wordt in taalgebruik te snel teruggevallen op gangbare termen zoals 'troostmeisjes' en wordt met dit taalgebruik de slachtoffers tekort gedaan en het probleem toegedekt? Anderen gebruiken het woord 'seksslavinnen'. Zo zeggen de slachtoffers het zelf ervaren te hebben. Het woord 'troostmeisjes' verhult de gruwelijke werkelijkheid die er achter schuil gaat. Een derde term die gebruikt wordt is 'prostituees'. Een neutralere term die de gebruikte dwang om vrouwen tot prostituee te maken, buiten beschouwing laat. Onverhuld taalgebruik zou de oplossing van dit vraagstuk sterk dienen.

In Japan zelf houdt dit onderwerp de gemoederen nog altijd sterk bezig. Soms lokken uitspraken van Japanse overheden felle protesten uit. Zo stelde enige tijd geleden de burgemeester van Osaka dat de Japanse militairen de afleiding van prostituees nodig hadden om de discipline te bewaren. Maar volgens hem was er geen sprake van dwang. Het is een veel gehoorde opvatting in bepaalde kringen in Japan. De grote ophef bij slachtoffers dwong hem tot relativering van zijn standpunt. Hij zei daarna dat tot prostitutie gedwongen vrouwen excuses van Japan verdienden. Hij liet zich heel diplomatiek niet uit over het stelselmatig misbruik van vrouwen door het leger en het aantal slachtoffers.

Eind mei verscheen een opmerkelijke bericht in de krant. Duizenden Japanse historici zouden de regering en media hebben opgeroepen te stoppen met het verdraaien van de feiten over gedwongen arbeid van vrouwen in de Japanse bordelen. Zo'n 200.000 vrouwen zouden tot seksslavernij gedwongen zijn. Zal deze moedige daad van historici enig effect hebben op Japanse overheden?

In het buitenland wordt op andere manieren aandacht gevraagd voor dit afschuwelijke probleem. Zo kondigde de Taiwanese president Ma Ying-jeou onlangs aan een museum te gaan openen dat helemaal gewijd is aan de 'troostmeisjes' van de Tweede Wereldoorlog. Volgens hem was 'oorlogsprostitutie' een grove schending van de mensenrechten en een ernstige oorlogsmisdaad. Dit initiatief zal niet bepaald welgevallig zijn bij de Japanse overheid en zet opnieuw druk op de ketel in Japan.

Alleen binnenlandse én buitenlandse druk kan er toe leiden tot Japan eindelijk openlijk schuld erkent voor wat vrouwen is aangedaan.