NIEUWSBRIEF
'MGR. SCHRAVEN EN GEZELLEN'
jaargang 9 nummer 47, november 2016
Uitgave van de 'Mgr. Schraven Stichting'

terug naar inhoudsopgave

Wie zijn de metgezellen van bisschop Frans Schraven? nr. 2

Op speciaal verzoek van lezers zal in de komende Nieuwsbrieven aandacht besteedt worden aan de met bisschop Schraven vermoorde metgezellen. Als tweede:

Broeder Wladyslaw Prinz cm 1909-1937

Als zoon van Jozef en Veronika Prinz uit Wardynów wordt Wladyslaw op 27 juni 1909 in Lipnikach Szlacheckich (Pommeren) geboren. In 1928 treedt hij als postulant in bij de Congregatie van de Lazaristen in Kleparz-Krakau. Op 2 februari 1929 begint hij aan het noviciaat en legt op 11 februari 1931 zijn geloften af. Hij is als tuinman werkzaam. Van juni 1931 tot maart 1932 is hij actief in het klooster van Pabianice bij Lodz. Hij wil heel graag missionaris worden. Hij meldt zich aan voor de missie van China, ook al heeft hij geen enkel idee wat dat voorstelt en vertrekt in de lente van 1932. Op 11 juni komt hij in Shanghai aan en arriveert op 7 juli in de stad Wenchow, deel van het vicariaat Ningpo, waar Poolse Lazaristen werkzaam zijn.

Bij aankomst is hij wat teleurgesteld, want de realiteit is zo anders als de verbeelding. Voor broeder Wladyslaw is het een moeilijk begin. Hij spreekt alleen Pools en wat Duits. Van beroep is hij tuinman, maar een tuin is er niet en bovendien kennen Chinezen andere groenten en worden die anders verbouwd. Hij vraagt zichzelf af wat hij is komen doen. Allereerst moet men de taal leren. 'De Chinese taal is bijna onmenselijk, uit een andere wereld, met klanken die men nog nooit gehoord heeft, nauwelijks te herhalen zijn en als men het toch doet dan verstaat niemand het', schrijft zijn reisgenoot naar China. Het drijft tot wanhoop. Broeder Wladyslaw gaat aan de slag en na enkele jaren kan hij zich goed verstaanbaar maken en maakt zelfs grappen in het Chinees.

Broeder Wladyslawj is een diep religieus mens en maakt daarmee indruk op zijn omgeving. Hij neemt de zorg op zich voor zieken in het ziekenhuis samen met de zusters 'Dochters van Liefde'. Is een zuster verhinderd, dan springt hij in. Snel is hij thuis in de wereld van de medicijnen en kan hij een zuster helemaal vervangen. Met respect benadert hij armen en zieken en is zeer geliefd bij hen.

In 1936 komt pater Szuniewicz, een Poolse Lazarist die tevens arts is, naar Wenchow om 3 weken lang oogziekten te behandelen en hij krijgt broeder Wladyslaw als assistent. Hij maakt zich daarbij zeer nuttig. Helaas stelt men ook bij Wladyslaw een oogziekte vast en hij ondergaat eenzelfde pijnlijke behandeling als de anderen.

Na het vertrek van deze arts neemt Wladyslaw zijn gebruikelijke werkzaamheden weer op. Hij gaat ook rozenkransen maken. Het succes is zodanig dat er zelfs een fabriek ontstaat, want de vraag naar rozenkransen is groot. Daarnaast gaat hij voor de bibliotheek boeken inbinden. In het zuiden van China is het heet en men heeft steeds dorst. Broeder Wladyslaw gaat bier brouwen. Het recept heeft hij in zijn hoofd. De missie is arm en miswijn uit Europa is duur vanwege de hoge belasting. Bij een Chinese deskundige leert hij uit rozijnen wijn maken. Verder heeft hij de zorg voor de liturgische gewaden, hij kan koken, brood bakken en zorgt voor een schoon huis.

Hij loopt malaria op. Het duurt een hele maand om in het ziekenhuis van Shanghai de juiste diagnose te stellen. Na de daarbij horende behandeling keert hij naar Wenchow terug. Na enkele maanden steekt de malaria opnieuw de kop op en volgen zware koortsaanvallen. Hij betreurt het de missie geld te kosten en niet van dienst te kunnen zijn. Hij is een rustig persoon, toegewijd en onopvallend. Zijn komst naar China is zijn eigen keuze en hij wil de gevolgen zelf dragen. In Wenchow kan het zo niet verder. Hij lijdt en is niet in staat iets te doen. Zijn oversten besluiten hem naar een beter klimaat in het noorden van China te sturen. Daar woont ook de genoemde Poolse arts en kan hij zijn oude beroep van ziekenverpleger weer op zich nemen. Men is bedroefd als hij Wenchow verlaat.

Wladyslaw trekt naar de stad Shuntefuh, dat vroeger deel uitmaakte van het vicariaat van Mgr. Schraven en enkele jaren tevoren aan de Poolse Lazaristen is toevertrouwd. Hij komt er als het ware met de laatste trein aan, want enkele dagen later breekt de oorlog met Japan in het Noorden uit.

De oversten besluiten Wladyslaw naar Chengtingfu, naar Mgr. Schraven, te sturen om bij een Oostenrijkse broeder het beroep van wijnbouwer en de productie van wijn te leren. In Shuntefuh heeft men een wijnberg, maar geen enkele Pool weet hoe wijn te maken.

Tijdens zijn verblijf in Chengtingfu breken daar de oorlogshandelingen met Japan uit. Voor de Chinezen hoeft men geen angst te hebben. Zij laten de missies met rust. Het regeringsleger heeft een akkoord gesloten met het communistische leger en bestrijdt nu samen de gemeenschappelijke vijand Japan. De Chinezen moeten in de nacht van 8 op 9 oktober 1937 de stad Chengtingfu opgeven en terugtrekken. De Japanners dringen de stad binnen...

Broeder Wladyslaw is slechts 28 jaar oud als hij met Mgr. Schraven en 7 anderen wordt vermoord.