NIEUWSBRIEF
'MGR. SCHRAVEN EN GEZELLEN'
jaargang 9 nummer 48, februari 2017
Uitgave van de 'Mgr. Schraven Stichting'

terug naar inhoudsopgave

Wie zijn de metgezellen van bisschop Frans Schraven? Nr. 3: Lucien André Charny cm

Lucien wordt geboren als zoon van Noël Charny en Mélanie Leduc op 29 november 1882 in Melun in Frankrijk. Hij gaat naar het klein seminarie van Meaux en daarna naar het groot seminarie in dezelfde plaats. In 1904 vraagt hij te worden opgenomen in de Congregatie van de Missie en op 12 maart 1904 treedt hij in te Parijs. Hij legde zijn eeuwige geloften af op 15 april 1906 en wordt een goed jaar later op 25 mei 1907 priester gewijd. Na zijn priesterwijding ontvangt hij de benoeming voor China.

Op 20 september 1907 komt Lucien Charny aan in Shanghai, waar hij zijn benoeming verneemt voor het vicariaat van Zhengding, waar hij nog net Frans Schraven meemaakt, die in mei 1908 Zhengding verlaat om naar Shanghai te gaan. Lucien leert de Chinese taal, cultuur en gewoonten en blijft heel zijn leven werkzaam in dit vicariaat.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt hij opgeroepen voor het Franse leger. Als Fransman is hij daartoe verplicht en hij keert dus terug naar Frankrijk. Hij doet het werk van brancardier. Na de oorlog keert hij naar China terug.

In 1936 wordt hij overste van het huis van de Lazaristen in Zhengding en woont dus bij zijn bisschop Frans Schraven.

In de middag van 9 oktober 1937 als het Japanse leger Zhengding veroverd heeft, maakt Charny als overste met twee Japanse officieren en meerdere heren van het Stadsbestuur samen met Bertrand een ronde over het Missieterrein. Zij bezoeken er ook de Dochters van Liefde met al hun vluchtelingen.

Als hij laat op de middag wordt gewaarschuwd, dat er soldaten binnengedrongen zijn bij de zusters van St, Jozef zijn, haast hij zich er naar toe samen met Eugène Bertrand. Maar de soldaten maken korte metten met hun goede bedoelingen. Zij sluiten hen op in de kamertjes in het poortgebouw bij de zuidelijke hoofdingang van het missieterrein samen met de portier van de conservenfabriek. Bij het eerste verhoor worden zij ondervraagd of ze priesters zijn; of ze Europeanen zijn, of ze Fransen zijn en of de mensen in het huis ook Fransen zijn? Bij een tweede verhoor wordt Lucien Charny apart genomen. Charny vraagt aan zijn bewaker: "Waarom willen jullie ons doden en worden wij geslagen in ons eigen huis? Beoefenen wij niet de barmhartigheid?" Als de andere gevangengenomen Europeanen bij de poort zijn, worden hij en Bertrand bij de groep gevoegd. Ze gaan door de poort naar buiten en worden op een vrachtwagen geladen en naar de pagode gebracht, waar ze worden op gesloten. Hun voeten worden met ijzerdraad gebonden. Enige tijd later sterft Lucien Charny een gruwelijke marteldood.