NIEUWSBRIEF
'MGR. SCHRAVEN EN GEZELLEN'
jaargang 9 nummer 49, mei 2017
Uitgave van de 'Mgr. Schraven Stichting'

terug naar inhoudsopgave

de tragische geschiedenis van Zhengding en de verwoesting door de Japanse facisten (door de ogen van een Chinees)

Soms komen bij de Mgr. Schraven Stichting de meest bijzondere berichten uit de hele wereld. Vaak zijn het bestellingen of verzoeken om relikwieën. Het volgende artikel vanuit San Francisco in de VS is bij die binnenkomende post opvallend. Het gaat om een mail van een Chinese advocaat met het bericht dat zijn grootvader indertijd zijn leven lang gewerkt had aan een boek over de Japanse bezetting van China. Die opa hoorde in de twintiger jaren bij de eerste 1000 leden van de communistische partij en ook bij de eerste 1000 personen die uit de partij werden gezet. Hij sloot zich aan bij de toenmalige president van China Tchang Kai Chek en vluchtte met hem naar Taiwan. Drie maanden voordat de auteur stierf had hij zijn boek klaar. De kleinzoon bestelde het stripboek van Mgr. Schraven en stuurde wat zijn opa over de moord op bisschop Schraven had opgetekend.

'Op 7 juli van het 26ste jaar van de Republiek China werd de Lugou Brug, bekend als de Marco Polo brug door de Japanse troepen aangevallen. De historici zijn het eens dat dit het begin was van de Japanse invasie op grote schaal in China. Steden als Beijing, Tianjin en Baoding werden, de een na de ander, bezet. Op 6 oktober trokken de vijanden richting Zhengding, maar ondervonden heldhaftige verzet. Op 9 oktober namen zij de stadspoort onder vuur en braken de stad binnen. Om elk stukje grond te behouden, vochten onze troepen in elke straat fel met de vijand met aan beide kanten serieuze slachtoffers. Zhengding viel in handen van de vijand. Toen de Japanners de stad bezetten, begingen zij een beestachtige slachtpartij en de hele stad was bezaaid met dode burgers. Het was zo ontstellend dat men de aanblik nauwelijks kon verdragen. Onder het vuur van de vijand verdrongen de mensen zich om bij de katholieke kerk binnen te komen en om asiel te vragen. Een broeder die de zuidpoort bewaakte om de beweging van de vijand in de gaten te houden, werd per ongeluk doodgeschoten en de Japanse indringers grepen de gelegenheid aan om de kerk binnen te stromen. Het eigendom van de kerk werd geplunderd, inclusief geld, horloges enz. Rond elf uur zei een Japanse officier tegen Wenzhihe (Mgr. Schraven): 'Wij zijn beschaafde mensen en wij zullen kerkmensen nooit treiteren. Maak je geen zorgen!' Onverwacht gingen dozijnen soldaten rechtstreeks naar het Convent van St. Joseph. Bij het horen van het nieuws gingen de paters Charny en Bertrand erheen om te proberen hen te overtuigen om de zusters met rust te laten. Zij werden echter in het poortgebouw opgesloten en streng bewaakt. Toen gebeurde de tragedie. De kuise nonnen wisten zichzelf nergens te verbergen, zij baden en schreeuwden, maar tenslotte konden zij ontsnappen aan de slechte handen van de woestelingen.

Om 19 uur drongen acht Japanse soldaten de eetzaal binnen, scheurden het tafellinnen, bonden de wachtende priesters, dwongen een kolenwagen op te gaan en namen hen mee. Alle Chinese priesters waren volledig over de toeren en zij kozen de priester Zhouzhiji om het hoofd te bieden aan de situatie.

Op 10 oktober, de nationale feestdag, doorzochten de indringers grondig alle mensen in de kerk en zij vonden negen gewonde soldaten verkleed als gewone mensen in het Renai ziekenhuis. De soldaten werden meteen naar buiten getrokken en ter plekke doodgeschoten. Het was niet om aan te zien hoe deze heldhaftige soldaten werden opgeofferd. De pas binnengekomen vluchtelingen berichtten dat zij de nacht tevoren vlammend vuur zagen vlakbij een houten toren dat lange tijd brandde. Ondertussen hoorden ze vreselijk schreeuwen: 'Mijn God, mijn God'. Alle mensen werden zenuwachtig. Broeder Tirie Drilok nam het risico door te gaan kijken. Hij vond in de as rozenkranskralen, heilige medailles, een gouden ketting, kleine schaartjes enz. Dit betekende dat de bisschop en de priesters de dood in het vuur gevonden hadden. (dan volgen de namen van de martelaren. Bij de orgelreparateur wordt gezegd:) Toen hij de indringers de bisschop zag vastbinden riep hij luid: 'Bind mij maar. Laat hem gaan!'. Bijgevolg werd hij samen met de bisschop meegenomen. Alleen de overste van het Benedictijnenconvent (bedoeld zal zijn de Trappisten) Alberic overleefde omdat hij te oud en te zwak was.

De Japanse indringers vermoordden in Zhengding duizenden inwoners met beestachtig en harteloos geweld. De bisschop en priesters werden verdoemd en het gewone volk alleen gelaten. Deze duivels beledigden zusters, om niet te spreken van gewone vrouwen. Hun gedrag was erger dan beesten, de woede oproepend van alle goden en mensen. Het bloed van onze medemensen bevochtigt nog steeds het zand. De Japanse soldaten gingen naar de Grote Boeddha Tempel om te bidden. Naar mijn oordeel moesten ze in de diepste hel gesmeten worden'.

Met dank aan prof.Wang Yupeng in Peking die de tekst voor de Mgr. Schraven Stichting uit het Chinees in het Engels vertaalde.

Nabeschouwing: Het is interessant om het lijdensverhaal van bisschop Schraven vanuit Chinees perspectief te horen. Vooral de oorlogssetting komt hier goed aan de orde. Aan de nodige emoties ontbreek het niet.

Frappant is dat de auteur spreekt over een gouden ketting die in de as gevonden zou zijn. Dit wordt verder nergens vermeld. Tijdens ons bezoek aan China vertelde een Chinese priester ons dat hij het verhaal van Mgr. Schraven kende van zijn moeder die vertelde dat men een gouden ketting in de as gevonden had en men toen zeker wist dat Mgr. Schraven verbrand was. (vh)