NIEUWSBRIEF
'MGR. SCHRAVEN EN GEZELLEN'
jaargang 10 nummer 54, nr. 1, 2018
Uitgave van de 'Mgr. Schraven Stichting'

terug naar inhoudsopgave

‘wij danken hem uit de grond van ons hart’.

Interview over martelaar bisschop Schraven
Interviewer: pastoor Anthony Sun van Zhengding.
Geïnterviewde: Anna Renzhijing
2 maart 2017
Locatie: in haar woonhuis in Zhengding.

 

Mevrouw Anna Renzhijing tijdens het interview.

S. Hoe heet je, oma?

A. Renzhijing.

S. Hoe oud ben je?

A. Ik ben 91 jaar. Ik ben geboren op 30 augustus 1930 en heet Anna.

S. Ben je als kind al naar de kerk in Zhengding gegaan?

A. Ik ben er vaak heen gegaan. Er was een katholieke school en ik ging naar school toen ik 8 of 9 jaar

oud was. Er waren ook niet-katholieken. Er waren heel wat mensen.

S. Heb je bisschop Schraven vaak gezien toen je naar school ging?

A. Ja, als kind ik zag hem.

S. Heeft bisschop Schraven je als kind de catechismus geleerd?

A. Dat herinner ik me niet.

S. Heb je de mis bijgewoond en bij de processie bloemen gestrooid?

A. Ja, dat deed ik. Ik strooide bij de processie bloemen en ik herinner me dat goed.

S. Op welke manier maakte bisschop Schraven indruk op jou?

A. Ik wist als kind dat bisschop Schraven werd ontvoerd en iedereen wist dat.

S. Dit jaar 2017 is de 80ste verjaardag van de marteldood van de bisschop. Wist je waarom de bisschop toen deze katholieken beschermde?

A. Omdat er zoveel mensen naar de kerk vluchtten. Er waren katholieken en niet katholieken. De kerk was vol mensen omdat zij voelden dat het een veilige plek was. Er waren honderden mensen. De Japanners zeiden de bisschop dat zij 200 vrouwen voor de soldaten wilden uitzoeken. Maar de bisschop ze hen dat hij de verantwoordelijkheid had deze mensen die naar de kerk waren gevlucht te beschermen. Daarom waren de Japanners kwaad en ontvoerden zij de bisschop met acht of negen tot tien mensen.

S. Het waren er negen. Een van hen was een man die van Peking kwam en wist hoe een orgel te repareren.

A. De Japanners bonden hen met wit tafellaken en goten petroleum over hen, duwden hen in de ‘Houten Pagode’ en staken hen in brand.

S. Heb jij de Japanse soldaten gezien?

A. Natuurlijk heb ik dat.

S. Ik hoorde dat de Japanse soldaten veel mensen bij de ‘Noordelijke Poort’ hebben gedood.

A. Ja. Zij doodden de mensen toen zij de ‘Noordelijke Poort’ binnengingen en zij doodden mensen als ze hen zagen vanaf de ‘Noordelijke Poort’ tot aan de kerk.

S. Ik hoorde dat er niet alleen honderden mensen waren, zelfs de tuin en de muren van het missieterrein waren vol met mensen.

A. Ja, iedereen was bang en vluchtte naar de kerk.

S. Ik hoorde van een oude man die ouder is dan u, 95 jaar oud, dat de kerk vol mensen was. Heb je gezien dat de bisschop ontvoerd werd?

A. Ja, dat heb ik gezien. De Japanners bonden de bisschop en de priesters, ontvoerden hen en verbrandden hen.

S. Heeft iemand geholpen bij het verzamelen van de as na de verbranding?

A. Nee, nee, niemand durfde dat te doen omdat de Japanners net kwamen.

S. Wist je hoe lang de Japanse soldaten op het missieterrein bleven nadat de bisschop en priesters verbrand waren?

A. Ze bleven acht jaar en gingen weg. De bisschop en de priesters waren door het vuur omgebracht. De Nederlandse bisschop en priesters hoorden dat zij kwaad waren. De Japanse voorhoede verbrandde de bisschop en de priesters. De achterhoede praatte vriendelijk met de Franse missionarisman en bood excuus aan. Ze zeiden dit of dat en later richtten ze twee monumenten op.

S. Plaatsten zij het monument bij de ‘Houten Toren’?

A. Ik denk op beide plaatsen. Er was er een bij de ‘Houten Toren’.

S. Wist je dat er iemand kwam om de bisschop na zijn dood te vervangen?

A. Ja, de priester Kong, die kwam van ons dorp.

S. Kwam bisschop Schraven naar de school om je te ontmoeten of voor een verhaal of om wat te praten?

A. Dat herinner ik me niet.

S. Wanneer wist je dat bisschop en de priesters verbrand waren?

A. We kwamen het om acht uur te weten.

S. Hoe wist je dat de bisschop en de priesters verbrand waren?

A. Zij ontvoerden de bisschop en de priesters. Hoe kon iedereen daar niet vaak aan denken.

S. Je was niet bij de verbranding van de bisschop en de priesters aanwezig. Ben je er heen gegaan om te kijken?

A. Nee, ik durfde niet. En iedereen was erg verdrietig.

S. Was je bij de mis aanwezig toen de bisschop nog leefde?

A. Ja, ik woonde de mis bij toen ik nog erg jong was. Ik had witte kleren aan en droeg een bloemkrans bij de processie.

S. Hernam de school de lessen na de dood van de bisschop?

A. Ja, langzaam aan werd de school weer normaal.

S. Hield de Japanse priester een herdenkingsmis na de dood van de bisschop en de komst van zijn familie?

A. Dat herinner ik me niet. Ik was pas een kind. Niettemin wist iedereen dat de bisschop verbrand was.

S. Hoe lang ben je op de school gebleven totdat je je studie kon voortzetten?

A. Tot aan mijn diploma. Ik was toen dertien of veertien jaar.

S. Is je tante (zuster) in de kerk geweest?

A. Ja, zij was mijn tante. We waren even oud en zaten in dezelfde klas.

S. Kreeg je te eten toen je op school zat?

 

Een onbekende foto van bisschop Schraven was te zien in China.
Op de achtergrond de oude keizerlijke klokkentoren.

A. Ja.

S. Ik hoorde dat enkele dagen voordat de bisschop vermoord werd, die mensen in het begin kool aten, maar dat zij later bladeren aten omdat er zoveel mensen waren.

A. Dat kan ik me niet herinneren.

S. Zijn er nog mensen in leven van dezelfde leeftijd als jij?

A. De katholieken van mijn leeftijd zijn bijna allemaal gestorven. Ik kan me geen niet-katholieken herinneren. Er waren veel niet-katholieken.

S. Wij gaan dit gesprek dit jaar meenemen naar de familie van de bisschop. Is er iets dat je tegen hen zou willen zeggen?

A. Je kunt ze wel zeggen dat bisschop Schraven verbrand werd voor de mensen en dat hij de marteldood stierf voor ons. Wat verdrietig!. Ik kan dit mijn leven lang niet vergeten. Wij danken hem uit de grond van ons hart.

S. Jij bent getuige van martelaar Schraven. Wij zullen dit gesprek naar zijn familie brengen.

A. Goed, als je de familie van de bisschop ontmoet, doe onze groeten.