NIEUWSBRIEF
'MGR. SCHRAVEN EN GEZELLEN'
jaargang 11 nummer 60, nr. 1 2019
Uitgave van de 'Mgr. Schraven Stichting'

terug naar inhoudsopgave

Interview met Wiel Bellemakers cm door Arjan Broers

'Dit is het laatste wat we kunnen doen.'

Mgr. Schraven en de kerk van China

De inspanningen om het verhaal van de moord op Mgr. Schraven en zijn metgezellen te vertellen is de 'voltooiing van ons werk in China'. Dat zegt Wiel Bellemakers, als oud-overste van de lazaristen nog altijd zeer betrokken bij de zaligverklaring van de martelaars.

Het verhaal over de marteldood van Mgr. Schraven en de anderen is bemoedigend voor de kerk in China. 'Het zijn helden van het volk', zegt Wiel Bellemakers. 'Zij waren geen imperialisten die China kwamen onderwerpen, maar kwamen om te helpen. En dat lieten ze zien: ze gaven hun leven om Chinese vrouwen te beschermen tegen seksueel geweld van de Japanse bezetters, die hen kwamen opeisen. Dat is tegelijk een getuigenis van geloof.'

Links pater Jeroom Heyndrickx, midden Wiel Bellemakers en rechts
Henk de Cuyper, oud-China missionaris tijdens de opening van de Chinese
Gedachtenistuin in het Chinees College te Leuven 2018.

Wiel Bellemakers (1933) is een man van verhalen. Neem willekeurig welke afslag en er ontstaat subiet een nieuw weefsel, compleet met exacte jaartallen en ongelofelijk rijke details. 'Dat heb ik altijd gehad', zegt hij. En met een guitige glimlach: 'Vraag me naar de preek van pater Luypen met Kerstmis 1968 en ik lepel het zo op.'

Bellemakers werd al jong gefascineerd door China. Dat ontstond toen lazarist Harrie Hermans in 1944 godsdienstles gaf op de Lagere School. 'Hij schreef het karakter voor mens op het bord', zegt Bellemakers, 'ik vond het buitengewoon interessant'. Hermans werd uitgezonden en we lazen over hem in het blad Missiefront. Op 25 juli 1951 werd hij opgepakt en werd hij drie jaar gevangen gehouden. Terug in Nederland vertelde hij over die jaren van communistische hersenspoeling die ik opzoog.'

Bellemakers las alles wat hij kon vinden over dat grote, geheimzinnige en ook gevaarlijke China, in alle talen die hij kende. Hij bereidde zich voor op de missie daar, maar doordat het land op slot ging kwam daar niets meer van. Wel kwam hij in 1958 in Rome nog een confrater uit Hong Kong tegen, die in het Vaticaan begrip hoopte te krijgen voor de in dat jaar zonder toestemming van Rome gewijde Chinese bisschoppen en het ontstaan van een patriottische kerk.

Het zou uiteindelijk tot 1997 duren, het jaar waarin herdacht werd dat Schraven en de zijnen zestig jaar eerder werd vermoord, dat hij China voor het eerst bezocht.

Cruciaal vindt hij het dat het verzoek om een proces van zaligverklaring uit de Chinese kerk zelf is gekomen. 'Bij ons was niemand daar zo mee bezig', zegt Bellemakers. 'Maar voor hen is het van belang, ook om als kerk deel te kunnen zijn van China en haar geschiedenis. Als zij dit vragen, zijn wij verplicht het door te geven. Het is het laatste dat we kunnen doen.'

Chinese priesters rond de foto's van de martelaren

Chinese priesters rond de foto's van de martelaren.

In 1988 werd Bellemakers provinciale overste. Hij wende zich aan 's avonds na de recreatie (een kloosterlijke term voor een gezamenlijke avondzit) van negen tot elf brieven van missionarissen te lezen: 'Wat heb ik genoten van wat zij schreven aan hun familie of de congregatie over hun dagelijks leven en werken. Ik herinner me het moment dat de brieven van Alexander Walen uit 1916 opdoken, gevonden in een la van een commode in de boerderij waar zijn familie woonde. Heel boeiend.'

Toen Bellemakers China dan eindelijk zag, was dat een wonderlijke en gemengde ervaring. Hij wist er zoveel van dat hij zich er thuis voelde, en dat werd versterkt door de hartelijkheid van de nog door Nederlandse confraters opgeleide priesters en bisschoppen en de Chinese gelovigen. 'Ze waren zo blij dat we kwamen', zegt hij. 'En tegelijk was duidelijk dat we voortdurend in de gaten werden gehouden. Een angstig en onvrij gevoel was dat.'

Met elf confraters bezocht Bellemakers in 1997 de stad Zhengding. 'Opvallend dat de twee monumenten die de inwoners van Zhengding en de Japanners al een jaar na de moord oprichtten bewaard zijn gebleven. Het was logischer geweest als die tijdens de Culturele Revolutie vernietigd waren. Dat is voor mij het doorslaggevende bewijs dat de hele bevolking van de stad en de streek de martelaren zijn blijven eren.'

Hij is nog een aantal keer teruggeweest naar zijn grote liefde, zoals hij China noemt. Maar dat eerste bezoek was een eerste signaal dat de katholieke kerk in China zich oprichtte. 'Dat buitenlanders 60 jaar na dat tragische gebeuren in Zhengding op bezoek kwamen, maakte veel indruk.'

In een hechte samenwerking met het bisdom Roermond is het proces van zaligverklaring op gang gekomen. 'Bisschop Wiertz vond het vanzelfsprekend om deze dienst aan de kerk van Zhengding te betonen', memoreert Bellemakers. 'Hopelijk kan het een bijdrage zijn aan de eenheid van de Chinese katholieke kerk.'

'Met enorme inzet van Vincent Hermans en Marja Grim en Mgr. Stefan van Calster is de aanvraag voor de zaligverklaring afgerond. In 2017 is het Roermondse dossier door Rome goedgekeurd. Nu zal de Congregatie voor de Heiligverklaringen in Rome zich erover buigen. Hoelang het nog zal duren voor er een definitieve uitspraak komt? Ik hoop het nog mee te maken.'

Maar er is sinds het verzoek uit China veel meer op gang gekomen dan alleen de aanvraag voor zaligverklaring in Rome, vertelt Bellemakers. Zo is in Broekhuizenvorst een herdenkingskapel ingericht, die diepe indruk maakt op de groepen Chinezen die er de laatste jaren op bezoek komen.

In China, bij de stad Zhengding, wordt in een gedachteniskerk bijzondere eer betoond aan hen 'die hun leven gaven voor hun schapen', zoals al sinds 1938 staat op het monument bij de oude kathedraal. Het heeft bovendien het zelfbewustzijn van de Chinese katholieken goed gedaan.

Mgr. Schraven en zijn gezellen worden geëerd als 'Helden van het Chinese volk', zegt Wiel Bellemakers - en dus niet alleen van de katholieken. 'Dat is het duidelijkste bewijs dat er van Chinese zijde geen enkel verzet zal zijn tegen een mogelijke zaligverklaring.'