In het jaar 2022 is zijn naam ingeschreven in het boek van het Vaticaanse Dikasterija, i.v.m. zijn mogelijke heiligverklaring.
Hij is in 1937 (Japans-Chinese oorlog) vermoord in Zhengdingu, samen met Frans Schraven, en nog 8 andere priesters in China, door Japanse militairen die een groep Chinese vluchtelingenmeisjes wilden verkrachten.
De priesters stonden dat niet toe. Tomas is in 1872, 2 dagen na zijn geboorte gedoopt in de kapel van de heilige Barbara, bij de kerk van de heilige Vid.
Zijn vader was ambtenaar bij de Austro-Hongaarse spoorwegen (bewaker van kleine treinovergangen) in Sibicama. Daarna is hij overgeplaatst naar Matulje (Croatia).
De vader van Tomas, en zijn moeder Marija Ceska, geboren Kamaryt, waren religieuze mensen. Van oorsprong waren zij Tjechen, maar burgers van de Austro-Hongaarse monarchie.
Zoals de andere kinderen uit het gezin, wilde Tomas missiepriester worden. Hij is in Bolzano (Italië) bij de Franse groep van Lazaristen gemotiveerd om daarna naar Graz (Oostenrijk) te gaan om daar verder zijn opleiding tot priester af te maken.
Hij is op 19-7-1897 als priester ingewijd.
Zijn eerste mis diende hij in de Lazaristenkerk op het altaar van de heilige Vinka Paulus, naast de beelden van Justin Jacobist en de heilige Michael Gebrea (heilige, vermoord in Ethiopië). Tomas kreeg een klein beeldje van de heilige Ivana Gabriela Perboyrea, lazarist, vermoord in China, niet wetend dat zijn lot hetzelfde zou zijn.
Op 6 september 1897 gaat hij samen met 2 andere priesters
(Jozef Verriere en Chrispinian Tison) eerst naar Lyon en op 12 september 1897 naar Marseille vanwaar hij met een schip naar China afreist. Er wordt gebeden voor heiligverklaring van Bisschop Schraven en andere martelaren